Behandeling

Het doel van de behandeling is het weer zo optimaal mogelijk laten functioneren van de bekkenbodemspier, waardoor de controle over urine, ontlasting en seksualiteit verbetert. U bent zelf degene die de bekkenbodemspier aanstuurt, en u zult dus zelf ook degene zijn die door middel van oefeningen de spierfunctie gaat verbeteren. Dit vereist motivatie en inzet.
Het verbeteren van de functie van de bekkenbodem kost tijd. Slechte gewoontes zijn niet in een week afgeleerd, en goede niet in een week aangeleerd. Over het algemeen is de behandelingsfrequentie laag. Een paar keer eenmaal per week en daarna om de paar weken.
De bekkenfysiotherapeut adviseert u over houding, belasting, toiletgedrag, drink- en eetgedrag en u krijgt ontspannings– en ademhalingsoefeningen.
Er zijn verschillende bekkenfysiotherapeutische behandelmogelijkheden.

Oefentherapie
U leert oefeningen die gericht zijn op het verbeteren van de funktie van de bekkenbodemspieren; het voelen van het aanspannen en ontspannen, het verbeteren van de kracht, uithoudingsvermogen en de coördinatie van de bekkenbodemspieren

Myofeedback
Als blijkt dat u geen bewuste controle heeft over de bekkenbodemspieren dan is myofeedback een manier om het u wel duidelijk te maken.
Met myofeedback wordt er gebruik gemaakt van een probe die vaginaal of anaal wordt ingebracht. Via een beeldscherm krijgt u informatie over het aan- en ontspannen van de bekkenbodemspieren. U kunt de bewegingen van uw bekkenbodem volgen: u wordt zich meer bewust van deze spieren, waardoor u ze beter kunt gaan gebruiken.

Elektrostimulatie
Met behulp van het myofeedback-apparaat kan ook elektrostimulatie toegepast worden ter ondersteuning van de behandeling.
De bekkenbodemspieren worden dan licht geprikkeld waardoor u bijvoorbeeld leert voelen wáár de spanning voelbaar is als de bekkenbodemspier aan- en ontspant.
Ook kan de elektrostimulatie gebruikt worden ter pijndemping en bij een overactieve blaas.

Echografie
Echografie kan gebruikt worden om een goed beeld te krijgen van de vulling van de blaas voor en na het plassen. Ook kan via de echo een indruk worden verkregen van de coördinatie van de bekkenbodemspieren. Verder zijn de verschillende bekkenorganen zoals de blaas, baarmoeder, anus en endeldarm in beeld te brengen. Hierbij wordt er vooral gekeken naar de verhouding tussen de verschillende organen en of er sprake is van verzakkingen.
Ook bij stabiliteitstraining van de rompspieren wordt de laatste jaren toenemend gebruik gemaakt van echografie.
Het gebruik van de echo is weinig belastend voor de patiënt en is mede daardoor speciaal geschikt voor kinderen, zwangere vrouwen en patienten met een trauma in het bekkenbodemgebied.

Flowmetrie
De flowmeter is een apparaat dat de snelheid en kracht van de urinestraal meet en het volume van de plas registreert. Voor een dergelijke meting komt u met een volle blaas naar de praktijk en plast u op een speciaal daarvoor in de praktijk aanwezige flowmeter op het toilet.
Na het plassen kan middels echografie een residumeting worden gedaan. Het volume van urine wat nog in de blaas is achtergebleven wordt dan gemeten.

Rectale ballontraining
Door ballontraining wordt met de bekkenbodem de darmfunctie geoefend. Een siliconen ballonnetje wordt in de anus gebracht en kan wat worden opgepompt. Hiermee kan de darmvulling worden nagebootst, en de bekkenbodem worden geoefend. Er kan worden getraind op, het leren herkennen van het vullingsgevoel, het leren herkennen van de aandrang, het ophouden van de ontlasting en de juiste manier van ontlasten.

De probe en de ballon zijn patiëntgebonden; dit betekent dat deze alleen door u worden gebruikt. Dit brengt extra kosten met zich mee die niet door iedere verzekeraar worden vergoed.